De titel is geen provocatie, maar een vaststelling. HR – zoals we het vandaag vaak nog kennen – is eigenlijk al lang achterhaald.
Elke keer wanneer iemand zichzelf voorstelt als “HR-expert” of “gepassioneerd door HR”, voel ik een lichte treurigheid opkomen. Niet omdat betrokkenheid bij mensen geen passie waard is – integendeel – maar omdat het zoveel meer kan en zou moeten zijn dan dat.
De term Human Resources komt voort uit het tijdperk van massaproductie. Denk Ford, begin 20e eeuw. De focus lag op het hebben van voldoende middelen – resources – om de dagelijkse productie draaiende te houden. Werknemers werden net als grondstoffen en machines beheerd: als middelen die het productieproces moesten ondersteunen, liefst tegen de laagste kost. In die context klopte de terminologie volledig: de vraag naar arbeid was kleiner dan het aanbod, en efficiëntie stond centraal.
Maar fast forward naar vandaag. We leven in een VUCA-wereld: volatiel, onzeker, complex en ambigu. Technologie en digitalisering versnellen voortdurend. En belangrijker nog: het is al lang niet meer vanzelfsprekend om het juiste talent te vinden én te behouden.
In deze realiteit is HR, in de klassieke zin van het woord, simpelweg niet meer toereikend.
De concurrentiekracht van organisaties ligt vandaag niet langer in producten, processen of machines, maar in mensen. In hun vermogen om samen te werken, te leren, zich aan te passen en te vernieuwen.
We zijn geëvolueerd van Human Resources naar Human Capital.
En dat kapitaal maximaliseren vraagt veel meer dan het aantrekken van mensen. Het vraagt om investeren in hun groei, het creëren van de juiste organisatievorm, sterk en mensgericht leiderschap en een cultuur waarin mensen zich kunnen ontplooien.
Empowerment, engagement, job- en teamcrafting, effectieve communicatie, wendbare teams en een mentaliteit die innovatie omarmt en het status quo uitdaagt – dát is waar het vandaag om draait.
Dit vraagt om een totaal andere invulling van wat we vandaag nog te vaak ‘HR’ noemen. Geen jaarlijkse evaluatiecyclus. Geen administratieve rol op de achtergrond. Maar een rol als talent- en teamenabler, centraal in de organisatie.
Vergelijk het met de rol van een agile coach in IT: iemand die een team ondersteunt om zichzelf te overstijgen, die frictie omzet in flow en die mensen in staat stelt hun potentieel te realiseren.
Om toekomstgericht te zijn, moeten we het durven benoemen:
HR is dood. Human Capital is de toekomst.
En die toekomst vraagt meer dan processen en procedures. Ze vraagt mensen die mensen centraal durven zetten.
Want de genderkloof is geen vast gegeven. Ze is het resultaat van keuzes. En dus ook iets wat we kunnen veranderen.
Elke beslissing, elk beleid, elke stap die we zetten – als individu of als bedrijf – maakt het verschil.
Stel je voor dat je straks kan zeggen: “Ik heb doorgezet, ondanks de grootste crisis sinds de jaren dertig.”
Dat voelt toch tien keer beter dan: “Ik had een goed excuus om het niet te doen”?
“De maakindustrie is niet dood. Ze mag ook niet dood! Maar als we willen dat ze blijft groeien, moeten we anders kijken naar technologie én naar mensen.”
Carrièreontwikkeling wordt nog te vaak verengd tot promotie. Maar wat als er simpelweg geen plaats is bovenaan de ladder? Wat als je als leidinggevende ziet dat een medewerker klaar is voor meer, maar je geen klassieke doorgroeimogelijkheid kan bieden?
Job crafting gaat over het proactief nemen van stappen en acties om het werk dat we doen opnieuw vorm te geven, waarbij we taken, relaties en percepties van ons werk veranderen.